De huursector in de grote steden wordt nog steeds gedomineerd door woningcorporaties. In de tien grote steden is gemiddeld 64 procent van alle huurwoningen eigendom van een sociale-woningbouwvereniging.
Dat blijkt uit de Volkskrant Top 300 Huisbazen, een onderzoek in samenwerking met het Kadaster naar de eigendomsverhoudingen in de Nederlandse huursector.
In Amsterdam hebben corporaties 61 procent van de huurhuizen in handen. De grootste particuliere belegger daar is de Sint Antonius Stichting, een goededoelenorganisatie die is opgezet door ex-banketbakker Jo Schopman. In Eindhoven en Tilburg is het aandeel van de corporaties in de huursector met 68 procent ook relatief hoog.
Den Haag vormt met 45 procent een uitzondering. Daar spelen institutionele beleggers en particuliere ondernemers als Harry Hilders en Chris Thünnessen een grote rol. Hilders is met ruim 5.500 woningen de op een na grootste particuliere belegger in huurwoningen van Nederland.
Middensegment
In de grote steden zijn al jaren tekorten aan huurwoningen in het middensegment (720 tot zo’n 1.000 euro per maand). Voormalig hoogleraar woningmarkt Johan Conijn zegt tegen de Volkskrant dat het bijbouwen van woningen de enige oplossing is.
Hoogleraar woonbeleid en woningmarkt Marja Elsinga van de TU Delft ziet een rol voor corporaties bij het oplossen van het tekort aan betaalbare woningen in het middensegment. "Die worden door de markt onvoldoende gebouwd, omdat het rendement te laag is voor investeerders. Daarom moeten corporaties in dat gat springen en die woningen bouwen", zegt zij tegen de krant.
In april nam de Tweede Kamer een motie aan die het voor corporaties makkelijker moet maken om huurwoningen te bouwen die buiten de sociale huurgrens vallen. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken bereidt een wetswijziging voor.